Wat betekent de uitbreiding van de SUP-wetgeving voor zorginstellingen?

Vanaf 1 juli 2023 wordt de huidige SUP-wetgeving weer uitgebreid. Het doel is om de hoeveelheid plastic producten die na eenmalig gebruik wordt weggegooid te verminderen. Dit begint per juli 2023 met een ontmoediging van plastic wegwerpbekers en maaltijdverpakkingen voor consumptie on-the-go.

Vanaf 2024 wordt de wet verder uitgebreid naar een verbod op plastic wegwerpbekers en maaltijdverpakkingen voor consumptie ter plaatse.

Zorginstellingen en gesloten inrichtingen zijn gedeeltelijk vrijgesteld van deze maatregelen. Zij mogen dus nog wel plastic wegwerpbekers en -voedselverpakkingen gebruiken vanwege veiligheids- en hygiënevoorschriften. Instellingen hebben dan de vrijheid om per geval te beoordelen of het gebruik van kunststofproducten voor eenmalig gebruik verstandig is. Denk bijvoorbeeld aan situaties als cliënten een gevaar zijn voor zichzelf of andere met (metalen of keramische) reguliere producten.

Onder de categorie zorginstellingen vallen ziekenhuizen, maar ook verpleeg- en verzorgingshuizen, woon- en zorgcentra, etc. (alle instellingen met een SBI-code 86 of 87).

Publieke ruimtes op deze locaties moeten zich wel aan de maatregelen houden. Een publieke ruimte is een ruimte die voor iedereen toegankelijk is. Voorbeelden zijn: een bezoekersrestaurant, een koffie corner, een drankenautomaat in een publieke ruimte.

Voor deze ruimtes geldt net zoals bij horecagelegenheden dat klanten vanaf juli 2023 of een meerprijs moeten betalen voor een plastic houdende wegwerpbeker of -maaltijdverpakking of een herbruikbaar alternatief moeten gebruiken. Vanaf 2024 geldt voor publieke ruimtes in een zorginstelling ook een verbod op plastic houdende wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen.

Voorbeeld 1: Jan brengt een bezoek aan een patiënt in het ziekenhuis en koopt bij het bezoekersrestaurant een kop koffie om mee te nemen. Jan heeft geen eigen mok bij en krijgt dus de optie van het bezoekersrestaurant om een meerprijs te betalen voor een plastic houdende beker of om een herbruikbaar alternatief te kopen.

Voorbeeld 2: Mirjam is een medewerker van de zorginstelling en haalt een kop koffie bij een pantry die alleen beschikbaar is voor personeel. Afhankelijk van hetgeen de zorginstelling aanbiedt kan Mirjam een kop koffie nemen in een plastic houdende wegwerp beker of in een herbruikbare beker. De zorginstelling mag beide opties aanbieden, Mirjam hoeft niet te betalen voor de beker.

Voorbeeld 3: Sarah is een medewerker van de zorginstelling en haalt een kop koffie bij de drankenautomaat in een publieke ruimte. Zij heeft in dit geval twee opties: de optie om haar eigen koffiebeker te gebruiken voor de automaat of de optie om plastic houdende wegwerp beker uit de automaat te gebruiken, maar dan wel voor een meerprijs.

Voorbeeld 4: Frans is een cliënt van een verzorgingstehuis en drinkt een kop koffie in de (publieke) kantine. De kantine mag in de periode tussen 01-07-2023 tot 01-01-2024 kiezen tussen een meerprijs voor een wegwerpbare beker of een herbruikbaar alternatief. Vanaf 1 januari 2024 mogen ze enkel een herbruikbaar alternatief aanbieden aan Frans, zoals een afwasbare mok.

Voorbeeld 5: Henk is een patiënt in het ziekenhuis krijgt een kop koffie op de verpleegafdeling van het zorgpersoneel. De zorginstelling mag zelf beslissen of er gebruik wordt gemaakt van (plastic houdende) wegwerp bekers of een herbruikbaar alternatief. Er is geen sprake van een bijbetaling of meerprijs.

Deze voorbeelden laten zien dat in het geval en zorginstellingen twee factoren invloed hebben:

  1. De locatie van uitgifte: publiek of privaat
  2. De locatie van consumptie: ter plaatse of on-the-go